De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeft het AEB in februari 2018 onder verscherpt toezicht geplaatst. Het verscherpt toezicht heeft er (mede) toe geleid dat AEB begin juli 2019 zelf besloot de werkzaamheden gedeeltelijk stil te leggen met als doel een transitieplan op te stellen om het achterstallig onderhoud op orde te brengen en de inspectie en onderhouds- en veiligheidsorganisatie opnieuw op te zetten.
AEB is een risicovol bedrijf, ook wel een Brzo-bedrijf genoemd. Brzo staat voor Besluit risico’s zware ongevallen en betreft bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. Dat betekent dat een team van medewerkers van de OD NZKG, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegendheid, Rijkswaterstaat en Brandweer toetst of het bedrijf beschikt over een goed werkend Veiligheidsbeheerssysteem (VBS). Omdat het om meerdere maatregelen gaat (die samen de VBS vormen) maken de Brzo-partners een inschatting van de veiligheid van het bedrijf.
AEB heeft een omgevingsvergunning milieu. De OD NZKG ziet erop toe dat het bedrijf zich houdt aan de eisen in deze vergunning en aan andere milieuregelgeving. Denk daarbij aan het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en bepaalde artikelen uit de Wet milieubeheer. Er zijn ook verplichtingen rond het melden van ongewone voorvallen.
Wij zetten de inspecties voort die in de periode van verscherpt toezicht zijn uitgevoerd. Het gaat om inspecties naar aanleiding van ongewone voorvallen, Brzo-inspecties (gepland en ongepland), inspectie en onderhoud (bv. alarmmanagement, workflow orders). Verder volgen we de voorbereidingen en acties van AEB om delen van de verbrandingslijnen weer in de bedrijf te nemen. AEB is hierin transparant en levert ons documenten aan waarin ze aangeven hoe ze inspectie en onderhoud en de veiligheidsorganisatie vormgeven. Wij zien vooruitgang maar zien ook dat er nog veel verbeterd moet worden. Er is nog veel tijd nodig om de noodzakelijke cultuurverandering te realiseren en de gehele organisatie op een hoger niveau te brengen.
Gedurende juli en augustus wordt zowel gewerkt aan maatregelen om AEB zo snel mogelijk weer veilig volledig draaiend te krijgen als aan het oplossen van de acute problemen in de verwerking van afval door de stillegging.
Door het sluiten van het Depot Gevaarlijk Afval wijzigt de Brzo-status van AEB. Het risicoprofiel wordt lager. AEB doet hiervoor een kennisgeving bij de OD NZKG. De definitieve beoordeling moet later volgen. Als er akkoord op komt, betekent dat AEB niet langer verplicht is tot een veiligheidsrapport, waarop de Last onder Dwangsom betrekking had. AEB levert wel binnen de in de Last onder Dwangsom gestelde termijn het veiligheidsrapport aan.
Wij spelen een rol door in de nabije omgeving plaatsen te vinden waar het storten van extra afval in de vergunning past. Die situatie is niet ideaal voor het milieu en moet daarom zo kort mogelijk duren. Idealiter moet het afval worden verbrand. Uiteindelijk blijft de hoeveelheid afval die gestort wordt beperkt . Het rioolslib vormt het grootste probleem. Dit legt de landelijke kwetsbaarheid voor de verwerking van deze afvalstroom bloot.
In juli stuurt AEB het transitie- en verbeterplan naar de OD NZKG en wordt deze besproken met de Brzo-handhavingspartners. Ook is er een inspectie bij AEB met een taskforce. Het depot bijzonder afval wordt gesloten onder invloed van een Last onder dwangsom.
Verschillende media leggen een Wob-verzoek neer bij de OD NZKG om inzage te krijgen in de stukken over AEB.
AEB maakt in een directieoverleg met ons en de andere Brzo-partners bekend vier van de zes verbrandingslijnen stil te leggen. De twee lijnen die in bedrijf blijven, doen dat op een lagere verwerkingscapaciteit van 80%. Het bedrijf moet onderhoud aan de installaties, systemen, procedures en werkwijzen op orde brengen om de veiligheid van werknemers, omgeving en milieu te waarborgen.
AEB heeft met de gedeeltelijke stillegging zelf ingegrepen om achterstallig onderhoud van installaties te doen en de veiligheidsorganisatie te verbeteren. Het AEB heeft zijn plan van aanpak voor gedeeltelijke stillegging aan de Brzo-handhavingspartners voorgelegd. Zij zijn tevreden dat AEB deze ingrijpende maatregelen heeft genomen. Dit heeft een directe ingreep tot stillegging vanuit de OD NZKG voorkomen.
AEB start een transitieplan. Het plan behelst drie fasen. Het eerste houdt in dat een programma van maatregelen wordt doorgevoerd op de lijnen die in bedrijf blijven. Dit richt zich op het wegwerken van achterstallig onderhoud en het verbeteren van processen, werkwijzen en cultuur. Nadat dit programma succesvol is afgerond worden de twee lijnen weer volledig in gebruik genomen. Daarna wordt dit doorgezet bij de volgende twee en vervolgens bij de laatste twee verbrandingslijnen. De doorlooptijd van het hele programma zal naar verwachting tot januari 2020 in beslag nemen.
De OD NZKG neemt zich voor om een Last onder dwangsom op te leggen i.v.m. het ontbreken van een brandscheiding bij het depot bijzonder afval. AEB geeft aan niet in control te zijn en bereidt ingrijpende maatregelen voor. Er is spoedoverleg met AEB om de situatie te inventariseren. Op het depot gevaarlijk afval werd eerder een Last onder dwangsom opgelegd. In juni besluit AEB dit depot helemaal te sluiten. We controleren dit en het depot blijkt inderdaad leeg. Het depot wordt uit de vergunning gehaald zodat AEB deze activiteit niet meer mag uitvoeren. Deze Last onder dwangsom vervalt daardoor.
Begin 2019 legt de OD NZKG AEB een Last onder dwangsom op vanwege het niet melden van ongewone voorvallen. In februari volgt een Brzo-inspectie met alle handhavingspartners (Rijkswaterstaat, ISZW, Brandweer en veiligheidsregio). In april volgt een definitief inspectierapport, dat kritisch is en acht overtredingen constateert waarvan enkele in categorie 2 (“geen onmiddellijke dreiging zwaar ongeval, duidelijk onvoldoende maatregelen”): ontbreken veiligheidsrapport, aanbevelingen eerdere rapporten niet opgevolgd, ontbreken van oefenplan. Gedeputeerde Tekin van de provincie Noord-Holland (bevoegd gezag) wordt geïnformeerd. In mei leggen wij opnieuw een Last onder dwangsom op, deze keer vanwege het ontbreken van een actueel veiligheidsrapport.
In mei 2018 krijgt AEB een Last onder dwangsom van de OD NZKG wegens het niet melden en onderzoeken van ongewone voorvallen. Het jaarlijkse Brzo-inspectierapport in juli is kritisch op een aantal zaken in de categorie 2 en 3 (zeer geringe dreiging van een ongeval). In oktober beoordelen wij het veiligheidsrapport van AEB negatief.
AEB komt onder verscherpt toezicht van de OD NZKG te staan wegens de slechte kwaliteit van incidentenonderzoek. De inspecteurs van de Omgevingsdienst constateren dat er iedere keer andere zaken niet volgens plan lopen en dat de organisatie niet leert van gemaakte fouten. De inschatting is dat een grote omslag binnen het bedrijf nodig is om te komen tot een betere veiligheidsorganisatie en -cultuur. Het verscherpte toezicht houdt in dat de OD NZKG vaker controleert en maandelijks overlegt met de directie hoe het bedrijf weer kan voldoen aan de wet- en regelgeving. Wethouder Kock van de gemeente Amsterdam wordt hierover zowel door ons als door het AEB geïnformeerd.