Datum: 22-07-2019
Er zijn grote problemen bij de gemeentelijke vuilverbrander AEB in Amsterdam. 5 juli jl. maakte het AEB bekend dat vier van de zes verbrandingslijnen stilgelegd worden. Het onderhoud aan de installaties moet eerst op orde worden gebracht om de veiligheid van werknemers, de omgeving en het milieu te waarborgen. Het in bedrijf houden van de afvalverbranding geeft te veel risico op storingen. Deze storingen kunnen op hun beurt weer een milieu- of veiligheidsrisico opleveren voor medewerkers. Kortom, de afvalverwerker zit in zwaar weer.
De AEB heeft een technisch plan van aanpak. Het plan houdt in dat vier van de zes verbrandingslijnen gecontroleerd uit bedrijf zijn genomen. Twee lijnen blijven in bedrijf zij het op een lagere verwerkingscapaciteit van 80%. In het in bedrijf zijnde gedeelte van de installatie wordt een programma van maatregelen doorgevoerd dat zich richt op het wegwerken van achterstallig onderhoud en het op orde brengen en verbeteren van processen, werkwijzen en cultuur. Zodra het verbeterprogramma in het in bedrijf blijvende deel succesvol is afgerond, worden de volgende twee verbrandingslijnen weer in gebruik genomen. Daar wordt dan het verbeterprogramma doorgevoerd. Tot slot volgen de resterende verbrandingslijnen. De doorlooptijd van het hele programma zal zeker tot januari 2019 in beslag nemen.
Hieronder een aantal vragen en antwoorden die de situatie verduidelijken:
Het totale pakket aan maatregelen van een bedrijf om veilig te werken met gevaarlijke stoffen. Dit moet het bedrijf systematisch geborgd hebben met procedures waarin afspraken staan wie wat wanneer moet doen. Het systeem moet ervoor zorgen dat er maatregelen zijn genomen en dat die ook blijven werken. Het gaat daarbij om technische maatregelen (ventilatie, filters, brandblussers, etc.) en organisatorische afspraken over regelmatige controle, tijdig waarschuwen, wie doet wat als er iets misgaat?
Brzo staat voor Besluit Risico’s Zware Ongevallen. In Nederland werken sinds 2001 verschillende overheidsdiensten samen om te zorgen dat de meest risicovolle bedrijven van het land de veiligheidsregels eenduidig uitvoeren en dat het toezicht op die regels overal hetzelfde verloopt. Deze samenwerking is in de loop der jaren steeds verder geprofessionaliseerd. In Nederland zijn zes omgevingsdiensten (waaronder de OD NZKG) met deze vorm van toezicht belast.
Verscherpt toezicht is één van de handhavingsinstrumenten uit onze handhavingsstrategie die voor alle bedrijven geldt. Dit instrument wordt ingezet als dat het meest geschikt wordt geacht om een bedrijf aan te sporen te voldoen aan voor haar geldende wet- en regelgeving. In het geval van AEB komen we vaker langs voor controles en hebben we maandelijks overleg met de directie. Als er geen structurele verbetering van de bedrijfsvoering wordt geconstateerd vindt een snellere opschaling van de handhaving plaats. Dit kan leiden tot een last onder dwangsom (een ander handhavingsinstrument). Deze instrumenten hebben alle tot doel het bedrijf weer aan vergunningen en voorschriften te laten voldoen.
Een last onder dwangsom wordt opgelegd als een bedrijf verzuimt om maatregelen te nemen (of onvoldoende maatregelen neemt) om een geconstateerde overtreding te beëindigen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bedrag per overtreding. Als de overtreding voortduurt, wordt de dwangsom verbeurd (d.w.z. moet de dwangsom betaald worden). Een bedrijf kan in bezwaar en beroep gaan tegen een dwangsom en tegen een verbeuring.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.